Structured Query Language (SQL)

Wat is SQL?

SQL is een gestandaardiseerde programmeertaal. Hiermee kunnen gebruikers relationele databases beheren en allerlei bewerkingen uitvoeren in deze relationele databases. Naast deze bewerkingen kan SQL ook worden gebruikt om analytische query's uit te voeren door gegevensanalisten of om gegevensintegratiescripts te schrijven door ontwikkelaars. SQL is belangrijk voor de technologiestapel en wordt daarom gebruikt door veel overheden, bedrijven en wetenschappelijke toepassingen. Bovendien wordt het gebruikt door veel verschillende beroepen zoals Data Scientists, Database Developers, Data Analisten, Business Intelligence Analisten en Data Engineers.

SQL: Geschiedenis

SQL werd in de jaren 1970 gecreëerd door Donald D. Chamberlin en Raymond F. Boyce die toen bij IBM werkten. De eerste versie, die SEQUEL (Structured English Query Language) werd genoemd, werd gemaakt om gegevens op te halen en te manipuleren die waren opgeslagen in het oorspronkelijke databasesysteem van IBM. 

Nadat SQL op verschillende testsites was getest om vast te stellen hoe bruikbaar en praktisch SQL was, werden er commerciële producten ontwikkeld die gebaseerd waren op IBM's System R prototype. System/38, SQL/DS en IBM Db2 werden respectievelijk in 1979, 1981 en 1983 uitgebracht en beschikbaar gesteld voor klanten.

Databasetaal SQL werd later overgenomen door ISO en ANSI, die later alle nieuwe versies uitbrachten die in de volgende paragraaf worden genoemd.

SQL: versies

Sinds de ontwikkeling van SQL zijn er veel nieuwe versies uitgebracht:

1. SQL-86
2. SQL-89
3. SQL-92
4. SQL 1999
5. SQL 2003
6. SQL 2006
7. SQL 2008
8. SQL 2011
9. SQL 2016
10. SQL 2019
11. SQL 2022

Waar wordt SQL voor gebruikt?

Er zijn veel mogelijkheden bij het gebruik van SQL. Dit zijn echter de taken die het meest worden gebruikt:

1. SELECT-statements gebruiken om gegevens op te halen uit een bepaalde database.
2. Gegevens invoegen, verwijderen en bijwerken in een database.
3. Machtigingen en beveiliging van een database beheren.
4. Herstellen en back-uppen van databases.
5. Tabellen en records aanmaken, verwijderen en wijzigen.
6. Database prestaties bewaken en optimaliseren.
7. Gegevens samenvoegen en groeperen. 

SQL: syntax

Binnen de SQL-taal zijn er meerdere taalelementen:

1. Expressies: expressies kunnen tabellen produceren die bestaan uit rijen en kolommen voor bepaalde gegevens of scalaire waarden. 
2. Predicaten: Predicaten selecteren voorwaarden die geëvalueerd moeten worden in SQL-logica met drie waarden. Ze worden gebruikt om statement effecten en queries te beperken.
3. Queries: queries halen specifieke criteria binnen databases op. 
4. Clausules: clausules zijn onderdelen van queries en statements.
5. Statements: Statements geven gegevens terug als resultaat van queries, wijzigen de structuur van tabellen of gegevens en kunnen gegevens en hele tabellen verwijderen.